Elke vijf jaar wordt er in een ander land een wereldexpo georganiseerd, zo kennen we expo 1958 waaraan we het Atomium te Brussel te danken hebben en expo 1889 waarvoor de Eiffeltoren te Parijs gebouwd is. Elke wereldexpo geeft de deelnemende landen de kans om hun cultuur, technische vooruitgang en de industriële vooruitgang te tonen. Dit jaar is het de beurt aan Milaan, Italië om deze expo te organiseren. Tussen de 145 deelnemende landen zit ook ons klein land België om volgens het thema: “Feeding the planet, energy for the life” onze kennis over duurzaamheid en technische innovatie aan te tonen.
Het Belgische Paviljoen
Het team achter deze doordachte architectuur zijn BESIX-Vanhout, Cenergie, Marc Belderbos en Patrick Genard & Asociados (een Belgische architect die in Spanje woont). Zij kwamen samen, na een wedstrijd van “het Commissariaat-Generaal van de Belgische Regering voor de Wereldtentoonstelling Milaan 2015”, om dit paviljoen met alle doordachte ideeën te realiseren zoals het er nu staat. De architectuur van het paviljoen is opgebouwd uit een combinatie van verschillende materialen van Belgische origine. Er werd zo weinig mogelijk aan beton gebruikt en alle materialen zijn recycleerbaar. Door het gebruik van de zonnepanelenboom, een windturbine, een warmtepomp gevoed door kanaalwater en een ventilatiesysteem met gerecupereerde warmte wordt onze technische en duurzame innovatie alvast aangetoond. Het energieverbruik ligt zeer laag door een goede isolatie, natuurlijk zonlicht en een strategisch gebruik van ventilatie.
Het paviljoen is opgedeeld in drie delen: De hoeve, de kelder en het atrium. De inkom/De hoeve van het paviljoen is een lange ruimte met een houten structuur in de vorm van de traditionele Belgische boerderijen. De glazen koepel, bedekt met transparante zonnepanelen, is een verwijzing naar de serres van Laken. In de kelder van het paviljoen zijn er verschillende innovatieve experimenten te bekijken, zoals “aquaponie”, een manier waarop visteelt en plantenteelt gecombineerd worden. Om van de reis door het Belgische paviljoen te bekomen kan je in de koepel/het atrium terrecht om te genieten van de Belgische specialiteiten zoals bier, chocolade en gerechten die klaargemaakt worden met de producten die in de kelder gekweekt zijn. Meer informatie over het interieur en foto’s volgen na mijn, ongetwijfeld interessante, bezoek aan de expo deze zomer.
UPDATE
Mijn bezoek aan de expo 2015 begon met een zicht op een reuzachtige brug uit staal en beton, aangelegd voor de expo, die naar de zuid-ingang leidde. Eens we door de veiligheidscontrole waren, wachtte er ons een wandeling van 10 minuten over deze brug, waarna we meteen een panomoramisch overzicht van de expo kregen. Op onze weg door de grote boulevard naar het Belgische Paviljoen waren tal van prachtige paviljoenen te bekijken. Elk land heeft duidelijk zijn best gedaan om het beste van zichtzelf te tonen (wat de bedoeling is van een expo), zo ook ons land. Met de kennis van de cultuur van Belgie zag ik veel typische eigenschappen terugkomen in het interieur en het exterieur. Zoals de verwijzing naar de diamantsector in de toonbank en de oude Belgische hoeves in de inkom. De Belgische eigenschappen zijn gebruikt om tot een modern en innovatief geheel te komen. Zo wordt de natuur naar binnen gehaald, dit gecombineerd met staal, door de spiralen glazen trap door te trekken naar een DNA streng gevuld met planten in de koepel.
Minder geslaagd was de verwijzing naar het glas in lood waar België mee uitpakt. De verschaalde bierglazen aan de inkom zouden een kleur- en lichtspectakel moeten creeren, dit was niet het geval aangezien het oorspronkelijke aantal bierglazen verminderd is naar 3 waardoor er geen lange lijn van bierglazen wordt gevormd. Ook een duidelijke looplijn had verwezelijkt kunnen worden door, in de plaats van linten, objecten te plaatsen die de bezoekers stuurt doorheen het gebouw. Deze aanzet tot verbetering, ik gebruik hier liever niet het woord kritiek, verdwijnt in het niets wanneer je de rest van het gebouw bekijkt.
Het gebruik van multiplex- en OSB-platen voor de duurzaamheid, zodat deze gemakkelijk afgebroken konden worden na de expo. De natuurlijke lichtinval in de inkom en de koepel. De volledig zwarte kelder zodat de innovatieve installaties en de trap uitgelicht worden. De Belgische bar met zijn warme sfeer. Kortom: de eenheid van de ruimtes, de sfeer en de innovativiteit was zeker de moeite waard om zelf eens te ervaren.
De meerdere foto’s die mijn tekst verduidelijken kan u hieronder bekijken.